Deuteronomy 22:9

19) tweeerlei bezaaien;

Gelijk men in die landen gewoon was tussen de wijnstokken allerlei te zaaien, als: rogge, weit, gerst, enz.

20) volheid des zaads,

Dat is, de volrijpe vruchten. Zie Exod. 22:29.

Ex 22.29

21) ontheiligd worde.

Of, verontreinigd. anders, geheiligd; te weten den Heere, en overzulks den priesters ten deel valle, zodat gij voor u daarvan niet moogt genieten, omdat gij tegen het bevel des Heeren gedaan zult hebben. Zie boven, Deut. 20:6.

De 20.6
Copyright information for DutKant