‏ Deuteronomy 24:15

23) Op zijn dag

Dat is, tenzelfden dage, wanneer hij gearbeid en zijn loon verdiend heeft.

24) niet ondergaan;

Dat is, gij zult maken dat hij v¢¢r den ondergang der zon voldaan is.

25) zijn ziel

Hebreeuws, hij verheft zijn ziel tot, of, naar hetzelve; te weten, loon; dat is, zijn hart verlangt daarnaar. Zie Ps. 24:4.

Ps 24.4

26) zonde in u zij.

Zie boven, Deut. 23:21.

De 23.21

‏ Psalms 24:4

6) rein

Dat is, vreemd van stelen, roven, doodslaan, overspel, enz. Verg. Gen. 20:5.

Ge 20.5

7) zuiver

Dat is, oprecht, ongeveinsd, in zijn gansen godsdienst.

8) niet opheft

Dat is, die zijne ziel niet begeeft tot ijdelheid of valsheid; of die geen begeerte noch verlangen heeft naar ijdelheid. Zie dezelfde manier van spreken Deut. 24:15; Jer. 22:27, en Jer. 44:14, en verg. Ezech. 24:25; Hos. 4:8. Anders, die mijne ziel; [dat is, mij, mijn heiligen naam] niet ijdellijk opneemt; dat is, in den mond neemt. Aldus zouden dit Gods eigen woorden zijn, van David hier ingevoegd tot meerderen nadruk.

De 24.15 Jer 22.27 44.14 Eze 24.25 Ho 4.8

9) bedriegelijk

Hebr. tot, in, of met bedrog; dat is, om te bedriegen, niet denkende in zijn hart hetgeen hij zweert met den mond.

‏ Psalms 25:1

1) hef ik

Door een hartgrondig gebed en verlangen naar uwe hulp. De manier van spreken kan enigzins vergeleken worden met Ps. 24:4; alzo Ps. 86:4.

Ps 24.4 86.4

‏ Jeremiah 44:14

23) ontkome,

Hebreeuws, geen ontkome of overgeblevene, gelijk boven Jer. 42:17.

Jer 42.17

24) waarnaar hun ziel verlangt

Hebreeuws, waarnaar zij hunne ziel opheffen; zie boven Jer. 22:27.

Jer 22.27

25) ontkomen zullen.

Hebreeuws, de ontkomenen; te weten enigen vromen, die tegen hunnen dank in Egypte gevoerd zijn; of anderszins, die het God zal believen genadiglijk te bekeren en over te laten, om getuigen te zijn van de waarheid van deze zijne profetie‰n. Vergelijk onder Jer. 44:28.

Jer 44.28

‏ Hosea 4:8

22) Zij eten

De priesters.

23) zonde Mijns volks,

Dat is, de zondoffers; zie Lev. 4:3. De zin is: Hun oogmerk is niet dat het volk van de offeranden, en voorts van zonden en der zonden verdiensten, idem van den Messias en de ware gerechtigheid mocht worden onderwezen en Gode behagelijk offeren, maar alleen dat zijzelf slechts genoeg mochten hebben om te eten, te teren en te smeren.

Le 4.3

24) verlangen,

Hebreeuws, zij verheffen zijne ziel; dat is, een ieder van hen verheft zijne ziel; dat is, verlangt met grote begeerte daarnaar dat het volk veel moge zondigen, en vervolgens vele zondoffers aanbrengen, opdat hij zich daarvan moge mesten; hoe meer het volk zondigt, hoe liever het hun is, wil de profeet zeggen. Van de Hebreeuwse manier van spreken, zie Ps. 24:4.

Ps 24.4
Copyright information for DutKant