Deuteronomy 28:6
5) uw ingaan, Dat is, binnenshuis en buitenshuis, in al uw doen, handel en wandel. Alzo onder, Deut. 28:19. Vergelijk Num. 27:17, en onder, Deut. 31:2. De 28.19 Nu 27.17 De 31.2 Psalms 121:6-8
7) zon zal u des De zin is: Hij zal u als met een wolk bedekken, gelijk Hij eertijds uwe voorouders gedaan heeft toen zij Egypte kwamen; Exod. 13:21; Ps. 78:14; Jes. 49:10; Openb. 7:15,16. Ex 13.21 Ps 78.14 Isa 49.10 Re 7.15,16 8) steken, noch Te weten, met hare stralen. Hebr. slaan. Zie Gen. 8:21. Ge 8.21 9) De HEERE zal Sommigen nemen deze twee laatste verzen als een wens, aldus: de Heere beware u, enz. 10) zal uwen uitgang Dat is, Hij zal u behoeden in al uwen handel, in al uw doen en laten. Zie Deut. 28:6. Zie ook dergelijke manier van spreken 2 Sam. 3:25; 2 Kron. 1:10; Hand. 1:21. De 28.6 2Sa 3.25 2Ch 1.10 Ac 1.21
Copyright information for
DutKant