Deuteronomy 28:66

70) tegenover u hangen;

Deze manier van spreken wordt verklaard door de volgende woorden: Gij zult uw leven niet zeker zijn. Gelijk wanneer iets aan een dunnen draad voor onze ogen alzo hangt, dat men altijd vreest, het zal nu of dan moeten vallen.

71) uw leven niet zeker zijn.

Hebreeuws, uw leven niet geloven, of, vertrouwen.

Judges 12:3

6) gij niet verlostet,

Efra‹m.

7) hand,

Hebreeuws, palm; dat is, ik stelde mijn leven in groot perijkel; alzo 1 Sam. 19:5, en 1 Sam. 28:21; Job 13:14; Ps. 119:109. De manier van spreken schijnt genomen te zijn van degenen, die een kostelijk en nochtans zeer breekbaar ding, als glas of iets dergelijks, in de hand dragen, met perijkel van te laten vallen en gebroken te worden. Vergelijk boven, Richt. 9:17.

1Sa 19.5 28.21 Job 13.14 Ps 119.109 Jud 9.17

8) HEERE gaf hen in mijn hand;

Bevestigende mijn beroep en de billijkheid of rechtvaardigheid van dezen krijg.

9) waarom zijt gij dan

Dewijl gij gans geen reden hebt.

Copyright information for DutKant