Deuteronomy 3:12-13

Joshua 13:14-15

12) hij den stam Levi

Te weten, Mozes, gelijk blijkt Joz. 13:33.

Jos 13.33

13) De vuurofferen Gods,

Dat is, hetgeen van de vuuroffers overig bleef. Zie Num. 18:8,20,21,24; Deut. 10:9, en Deut. 18:2.

Nu 18.8,20,21,24 De 10.9 18.2

14) zijn

Of, dat is.

15) zijne erfenis,

Te weten, van Levi, of der Levieten.

Acts 17:26

53) een bloede

Namelijk van Adam en Eva.

54) geslacht der

Grieks volk.

55) op den gehelen

Grieks op het gehele aangezicht der aarde. En wordt hier van den apostel in de volgende woorden zeer klaarlijk aangewezen, dat God door Zijne voorzienigheid alle mensen en volken op de aarde hun tijd en plaats heeft verordineerd, hoelang en waar zij op de aarde zullen wonen. Zodat deze aangaande niets bij geval, maar naar de voorzienigheid Gods alles geschiedt. Zie ook Deut. 30:20; Job 14:5,6; Matth. 10:29.

De 30.20 Job 14.5,6 Mt 10.29
Copyright information for DutKant