‏ Deuteronomy 30:11-12

12) verborgen,

Anders, te hoog, te wonderlijk. Zie Gen. 18:14; Deut. 17:8; Spreuk. 30:18; Jer. 32:17. Vergelijk Rom. 10:6,7,8, waar de apostel dezen tekst past op de leer en genade des Evangelies, zonder dewelke men de geboden des Heeren niet recht verstaan, veel weiniger naar dezelve Gode behagelijk leven kan. Vergelijk boven, Deut. 29:4, met de aantekeningen aldaar.

Ge 18.14 De 17.8 Pr 30.18 Jer 32.17 Ro 10.6,7,8 De 29.4
13) hale,

Hebreeuws, neme; dat is, neme en brenge. Zie Gen. 12:15, en zo in Deut. 30:13.

Ge 12.15 De 30.13
Copyright information for DutKant