Deuteronomy 31:9

7) priesteren,

Vergelijk boven, Deut. 17:18.

De 17.18

8) die de ark des verbonds

Vergelijk onder, Deut. 31:25, en zie Num. 4:15.

De 31.25 Nu 4.15

Joshua 3:6

Joshua 8:33

36) Gerizim,

Anders, Grizim. Deze beide bergen Gerizim en Ebal zijn gelegen in den stam van Efra‹m, niet ver van Sichem; zie daarvan Deut. 11:29,30, en Deut. 27:12; Richt. 9:7.

De 11.29,30 27.12 Jud 9.7

37) in het eerst

Of, voor de eerste maal. Dit wordt gezegd ten aanzien dat de wet daarna alle zeven jaren moest gelezen worden voor het volk.

38) te zegenen.

Versta hierbij, en om den vloek te spreken tegen de overtreders der wet. Zie Deut. 27:11, en Deut. 31:10, enz.

De 27.11 31.10

1 Samuel 4:4

8) de cherubim woont;

Van tussen welke God tot Mozes en anderen sprak; Exod. 25:22; Num. 7:89.

Ex 25.22 Nu 7.89

9) daar met de ark des verbonds van God.

Te weten, in het leger.

1 Chronicles 15:11-12

9) Abjathar,

Of, Ebjathar; hij was hogepriester, en Zadok was de tweede na hem, achtervolgens de orde van God gesteld; Num. 3:32.

Nu 3.32
10) heiligt u,

Dat is, bereidt u tot dit heilig werk met uiterlijke ceremoni‰le reiniging, maar inzonderheid met reinigheid des harten. Zie Exod. 19:10,15.

Ex 19.10,15

11) ter [plaatse],

Zie boven, 1 Kron. 15:1.

1Ch 15.1

2 Chronicles 5:5

7) heilige vaten,

Hebreeuws, vaten der heiligheid; dat is, heilige vaten, alzo genoemd omdat zij tot een heilig gebruik verordend waren. Zie Lev. 16:4.

Le 16.4
Copyright information for DutKant