‏ Deuteronomy 32:32

70) uit den wijnstok van Sodom,

Alsof hij daaruit gesproten ware; dat is, zij zijn van gelijken aard en werken als die van Sodom en Gomorra. Een zeer schoon en vruchtbaar land, maar gans goddeloze inwoners. Of, dit ziet op den wijn, die den afgoden geofferd werd. Zie Deut. 32:38.

De 32.38

71) vergiftige wijndruiven;

Hebreeuws, wijndruiven des vergifts. Anders, der gal; dat is, galachtig.

‏ Ezekiel 16:46

134) grote zuster nu is Samaria,

Samaria, waardoor de tien stammen verstaan zijn, wordt Jeruzalems grote zuster genaamd, omdat haar koninkrijk meerder was dan het koninkrijk van Juda, alzo Sodom haar kleine zuster, omdat haar koninkrijk minder was.

135) dochteren,

Het woord dochters betekent wel dikwijls de onderhorige plaatsen der grote steden, [zie 2 Kon. 19:21], maar hier kan men het verstaan van de inwoners dezer steden en landen.

2Ki 19.21

136) aan uw linkerhand;

Dat is, noordwaarts van u. Want die in Jeruzalem waren, staande met het aangezicht naar het oosten, hadden Samaria aan de linkerhand; dat is benoorden, en Sodom aan de rechterhand, dat is bezuiden.

Copyright information for DutKant