Ecclesiastes 2:23-24

61) zijn smarten,

Dat is, vol droefenis en zwarigheid, Zie Job 14:1, de aantekening.

Job 14.1
62) Is het [dan]

Anders: daar is [dan] niet beter voor den mens [dan] dat hij ete en drinke, enz. Anders: het is niet goed voor den mens dat hij eet en drinkt; dat is, dat hij in eten en drinken al zijn lust en genoegen neemt.

63) niet goed

Te weten, zoveel het tijdelijke goed en dit vergankelijke leven aangaat.

64) dat hij ete

De zin is dat hij, alle onnutte zorg en bekommernis bezijden stellende, geniete en gebruikte hetgeen hem God gegeven heeft.

65) zijn ziel

Dat is, zichzelven.

66) het goede doe

Hebr. het goede doe zien; dat is, welvare, wat goeds geniete van zijnen arbeid?

67) in zijn arbeid?

Of van zijnen arbeid; dat is van zijne goederen.

68) dat zulks

Dat is dat het een bijzondere gave Gods is, die alle man niet heeft; te weten dat men zich late genoegen en zich vrolijk make met hetgeen men van de milde hand Gods ontvangen heeft.

Copyright information for DutKant