Ephesians 1:1-2
1) een apostel Van dit gehele opschrift van Paulus, zie de aantekeningen Rom. 1:1; 1 Cor. 1:1,2. Ro 1.1 1Co 1.1,2 2) gelovige in Dezen laatsten titel voegt hij daarbij tot verklaring van den eersten, namelijk dat hij zodanige heiligen verstaat, die door het geloof en den Geest van Christus zijn geheiligd, Hand. 15:8,9; 1 Petr. 1:22; niet gelijk vele Joden zich heilig noemden, omdat zij uiterlijk door de ceremonin geheiligd waren; Hebr. 9:13,23. Ac 15.8,9 1Pe 1.22 Heb 9.13,23
Copyright information for
DutKant