Ephesians 2:20-22

64) het fondament

Dat is, de leer der apostelen en der profeten, zo des Ouden als des Nieuwen Testaments, gelijk daarom de namen der twaalf apostelen op de twaalf fondamenten des hemelsen Jeruzalems worden gesteld; Openb. 21:14.

Re 21.14

65) waarvan Jezus

Want de leer der profeten en apostelen wijst ons in zaken der zaligheid tot niemand op welken wij steunen mogen, dan op Jezus Christus op Zijne voldoening en verdienste; 1 Cor. 1:30, en 1 Cor. 2:2.

1Co 1.30 2.2

66) de uiterste Hoeksteen;

Of, zijnde Jezus Christus zelf de, enz., namelijk waarop het gehele gebouw steunt met de muren en stenen van hetzelve, dat is, alle ware gelovigen uit Joden en heidenen bijeenvergaderd worden, en door ‚‚nen Geest aaneenkleven, gelijk volgt. Zie ook 1 Petr. 2:4. Dat nu deze uiterste hoeksteen ook het enig fondament is van dit geheel gebouw, blijkt uit Jes. 28:16; 1 Cor. 3:10,11.

1Pe 2.4 Isa 28.16 1Co 3.10,11
67) tempel in den

Namelijk waarin de Heere met Zijne genade woont, en derhalve waarin Hij wil ge‰erd en gediend zijn, gelijk een huisvader in zijn huis.

68) Op Welken ook

Namelijk uitersten hoeksteen van Christus.

69) gij mede gebouwd

Namelijk die uit de heidenen naar Zijn voornemen zijt geroepen, en dienvolgens ook in Hem gelooft.

70) in den Geest.

Of, door den Geest.

1 Peter 2:4-5

8) Tot Welken komende,

Namelijk Heere Jezus, gelijk de volgende verzen vereisen.

9) een levenden Steen,

Dat is, een geestelijken steen; en Christus wordt zo genoemd tegen de levenloze stenen van den ceremoni‰elen tempel, die een afbeelding was van het geestelijke huis Gods, dat is, van Zijn gemeente, waarin God met zijn Geest en genade woont, 1 Cor. 3:16, waarvan Christus de fondamentsteen is, 1 Cor. 3:11, en de hoeksteen, waarop zowel Joden als heidenen tot een tempel Gods gebouwd worden. Zie ook Ef. 2:20, enz.

1Co 3.16,11 Eph 2.20

10) van de mensen wel

Dat is, van een groot deel der mensen, wereldse en ongelovige, vooral de Joden en hun oversten.

11) als levende stenen,

Dat is, geestelijke stenen, gelijk in het vervolg verklaard wordt.

12) gebouwd [tot]

Dat is, door het geloof meer en meer verenigd.

13) om geestelijke offeranden

Namelijk der dankbaarheid, die in het Nieuwe Testament nu alleen worden gevorderd van alle gelovigen; als daar is de offerande van onze lichamen, dat is, van onszelf, den Heere tot een eigendom, Rom. 12:1,2, en het offer des lofs en onzer gebeden voor God, mitsgaders der weldadigheid jegens onze naasten; Hebr. 13:15,16; Openb. 8:3,4, en hierna 1 Petr. 2:9.

Ro 12.1,2 Heb 13.15,16 Re 8.3,4 1Pe 2.9

14) door Jezus Christus.

Want gelijk onze personen Gode niet aangenaam zijn dan door het geloof in Jezus Christus, Rom. 5:1, en Rom. 8:39; zo kunnen ook onze werken, vanwege hun onvolmaaktheid, Gode niet behagen dan in Christus Jezus, en om Zijnentwil; zie Hebr. 11:4, en Hebr. 13:15,21.

Ro 5.1 8.39 Heb 11.4 13.15,21
Copyright information for DutKant