Ephesians 4:19

39) ongevoelig geworden

Ene gelijkenis genomen van degenen, die door vele slagen of brandmerken in enige delen des lichaams alzo verhard zijn, dat zij geen gevoel daarvan meer hebben; alzo gaat het ook met vele mensen, die door gedurig kwaad doen het gevoel of wroegen van hunne conscienti‰n alzo verdoven, dat zij het niet meer gevoelen. Zie Rom. 1:28; 1 Tim. 4:2.

Ro 1.28 1Ti 4.2

40) tot ontuchtigheid,

Of, geilheid, dartelheid.

41) gieriglijk

Grieks, in gierigheid, of, onverzadelijkheid; dat is, met een grote begeerte en welbehagen, gelijk de gierige zijne ziel zegent in onrechtvaardigheid; Ps. 10:3.

Ps 10.3
Copyright information for DutKant