Ephesians 4:7

14) elkeen van

Namelijk die leden van dit lichaam zijn.

15) naar de maat

Dat is, naar dat het Christus belieft aan een ieder in zijne beroeping de gaven uit te meten, tot volmaking en vereniging van dit lichaam; Joh. 1:16; Rom. 12:3.

Joh 1.16 Ro 12.3
Copyright information for DutKant