‏ Exodus 19:4

8) hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen

Hij wil zeggen: gelijk een arend zijn jongen op zijn rug draagt, alzo heb Ik ulieden haastiglijk en zekerlijk uit Egypteland gedragen; zie Deut. 32:11.

De 32.11

9) tot Mij gebracht hebt.

Dat is, tot de plaats mijner tegenwoordigheid en gelegenheid, waar gij Mij kondt dienen.

‏ Numbers 11:12

17) gebaard?

Of, gegenereerd.

‏ Deuteronomy 32:10-11

19) in een woeste huilende wildernis;

Hebreeuws, in een woestheid van het huilen der eenzaamheid, of, wildernis.

20) Zijn oogappel.

Gelijk mensen hun oogappel, die zeer teder is, naarstiglijk plegen te bewaren. Zie Ps. 17:8; Zach. 2:8. Vergelijk Spreuk. 7:2.

Ps 17.8 Zec 2.8 Pr 7.2
21) zijn nest opwekt,

Dat is, zijn nestkiekens of jongskens met enig geluid wakker maakt, om hun te verstaan te geven dat hij hen aan het vliegen wil brengen.

22) neemt en ze draagt op zijn vlerken;

Hebreeuws, neemt het en draagt het; te weten, elk jongsken.

‏ Psalms 91:12

‏ Isaiah 46:3-4

11) gij die [van Mij]

Dat is, voor wie Ik steeds zorg draag, wiens schut en scherm Ik altoos geweest ben. Zie Exod. 19:4; Deut. 1:31, en Deut. 32:11; Ps. 22:11 en Ps. 71:6.

Ex 19.4 De 1.31 32.11 Ps 22.10 71.6

12) van den buik aan,

Of, van [moeders] buik af. De zin is: Ik ben met u bezwaard geweest, als ene moeder met haar kind, en heb u beschermd en verzorgd van uw eersten oorsprong af.

13) van de baarmoeder af.

Dat is, zo haast als gij geboren zijt.

14) tot de ouderdom

Dat is, totdat gij oud en grijs zult geworden zijn.

15) dragen;

Gelijk ene moeder of voedster haar jong kind draagt; dat is, Ik zal u wel verzorgen.

16) redden.

Te weten uit de Babylonische gevangenschap, of uit allen nood.

Copyright information for DutKant