Exodus 2:11

17) toen Mozes groot geworden was,

Mozes was in dien tijd veertig jaren oud, machtig in woorden en daden; Hand. 7:23.

Ac 7.23

18) broederen sloeg.

Dat is, verwanten of landslieden.

Leviticus 10:6

16) Eleazar,

Hebreeuws, Elhazar.

17) Gij zult uw hoofden niet ontbloten,

Dat is, gij zult over Nadab en Abihu niet gebruiken enigen rouw, waarvan tekenen waren de ontbloting van het hoofd en het scheuren der klederen, onder, Lev. 13:45, en Lev. 21:10.

Le 13.45 21.10

18) en grote toorn over de ganse vergadering kome;

Anders, en [de Heere] over de ganse vergadering zeer toornig worde.

19) broederen,

Zie Exod. 2:11.

Ex 2.11

20) dezen brand,

Waarmede Nadab en Abihu verbrand zijn.

Deuteronomy 15:12

29) Hebreer of een Hebreinne,

Zie Gen. 10:21.

Ge 10.21

30) verkocht zal zijn,

Zie Exod. 31:2.

Ex 31.2

31) zo zal hij u zes jaren dienen;

Anders, en u zes jaren zal gediend hebben; tenware dan dat het jubeljaar, in een daarvan vallende, hem vrij maakte.

1 Kings 12:24

41) deze zaak

Zie boven, 1 Kon. 12:15.

1Ki 12.15

Romans 9:3

5) ik zou zelf [wel] wensen

Namelijk indien het mogelijk of Gods wil ware, gelijk Christus in een dergelijke niet te behoren bede deze voorwaarde daarbij voegt; Matth. 26:39.

Mt 26.39

6) verbannen te zijn

Grieks, Anathema; dat is, ene verbanning of ene vervloeking te zijn. Zie Gal. 1:8, en de aantekeningen op Hand. 23:12. Niet dat de apostel zou wensen verstokt of verhard te zijn tegen Christus, gelijk zij waren; want dit kan van geen godzalig mens gewenst worden; maar hij wenst door een overvloeiende liefde, die zich nochtans altijd aan Gods wil onderwerpt, de straf, die hun vanwege hunne verhardheid in Gods rechtvaardig oordeel te verwachten stond, in hunne plaats te mogen dragen, opdat zij van hunne verhardheid en verbanning mochten bevrijd worden, gelijk ook Mozes gedaan heeft voor de Isra‰lieten; Exod. 32:32. Zie ook 1 Joh. 3:16.

Ga 1.8 Ac 23.12 Ex 32.32 1Jo 3.16

7) van Christus,

Dat is, van Christus' aanschijn.

8) naar het vlees;

Dat is, naar de uitwendige en natuurlijke afkomst; Gen. 29:14.

Ge 29.14
Copyright information for DutKant