‏ Exodus 23:10-11

18) rusten en stil liggen laten,

Dat is, onbebouwd laten; vergelijk Jer. 17:4.

Jer 17.4

19) dat de armen uws volks

Wel verstaande, met u en met de uwen, dewijl de vruchten niet door den arbeid van enigen mens, maar door Gods zonderlingen zegen, wassen zullen. Zie Lev. 25:6,7.

Le 25.6,7

20) eten,

Te weten, hetgeen in het zevende jaar vanzelf wast, Lev. 25:5,6.

Le 25.5,6

‏ Leviticus 26:33-35

50) een welgevallen hebben,

Dat is, het land zal zijn rust hebben, welke gij hetzelve zult geweigerd hebben tegen mijne wet; Lev. 25:4. Zie Lev. 26:35.

Le 25.4 26.35
Copyright information for DutKant