Exodus 25:7
13) vervullende stenen Dat is, die in hun kastjes ingezet werden, en die vervulden. Hebreeuws, stenen der vervullingen, of invullingen. 14) efod, Dit wordt door sommigen overgezet lijfrok, zijnde het voornaamste en kostelijkste priesterlijke overkleed, waaraan de borstlap met de urim en thummim gehecht was. 15) borstlap. Deze was gemaakt van zijde, goud en kostelijke gesteenten, en bedekte de borst des hogepriesters. Exodus 28:9
Ezekiel 28:13
24) waart in Eden, Woondet en hieldt hof in een uitermate pleizierige plaats, als in een lusthof of paradijs. Zie Gen. 2:8, en Gen. 13:10, en onder Ezech. 31:8,9, en Ezech. 36:35. Ge 2.8 13.10 Eze 31.8,9 36.35 25) alle kostelijk gesteente Dat is, allerlei. 26) deksel, Dat is, uwe klederen waren daarmede alzo versierd, alsof gij met enkel kostelijk gesteente gekleed waart. 27) sardisstenen, Of, robijnen. 28) diamanten, Of, arbonkelen. 29) sardonixstenen Zie Gen. 2:12. Ge 2.12 30) robijnen, Of, karbonkelen. 31) het werk uwer trommelen Van kindsbeen aan hebt gij in alle vrolijkheid en dartelheid geleefd; men heeft u alle pleizier en sier aangedaan, waartoe het trommelende, pijpenwerk diende. 32) geschapen werdt, Dat is, geboren, en door Gods almacht, goedheid en wijsheid uit moeders lichaam eerst tevoorschijn werd gebracht. Vergelijk Gen. 1:1. Alzo Ezech. 28:15, en boven Ezech. 21:30. Ge 1.1 Eze 28.15 21.30
Copyright information for
DutKant