Exodus 29:38-40
47) bereiden; Te weten, om te offeren. 48) tussen de twee avonden. Zie Exod. 12:6. Ex 12.6 49) een tiende deel meelbloem, Te weten, van een efa; dat is, een gomer. Zie Exod. 16:36. Ex 16.36 50) van een hin Dat is, zoveel als er in achttien henneierschalen gaat. 51) gestoten olie; Zie boven, Exod. 27:20. Ex 27.20
Copyright information for
DutKant