Exodus 34:6
6) Hij: HEERE, HEERE, God, Te weten, de Heere. 7) lankmoedig Hebreeuws, lang van toornigheden; dat is, langzaam tot toorn, niet haastig om zijn toorn uit te voeren. Alzo ook Num. 14:18; Pred. 7:8, enz. Het tegendeel hiervan is: kort van toornigheden; dat is, haastig tot toorn; Spreuk. 14:17. Nu 14.18 Ec 7.8 Pr 14.17 8) waarheid. Zie Gen. 24:27. Ge 24.27 Numbers 14:18
24) lankmoedig en groot van weldadigheid, Hebreeuws, lang van toornigheden. Zie Exod. 34:6. Ex 34.6 25) die [den schuldige] Bij de barmhartigheid Gods wordt ook zijn gerechtigheid gevoegd, omdat zij in Hem onafscheidelijk zijn; om welke oorzaak Mozes niet enkel begeert genade, maar alzo dat Gods gerechtigheid ook een plaats zou hebben, opdat Hij in het oordelen en straffen zijner barmhartigheid zou gedachtig wezen. Zie Exod. 34:7; Jer. 30:11; Nah. 1:3. Ex 34.7 Jer 30.11 Na 1.3 26) bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, Zie Gen. 21:1, en Exod. 20:5. Ge 21.1 Ex 20.5 27) derde en in het vierde [lid]. Hebreeuws, aan de derde en aan de vierde; te weten, nakomelingen van den stam af gerekend zijnde.
Copyright information for
DutKant