‏ Ezekiel 2:8

19) eet, wat Ik u geef.

Met dit teken wordt Ezechi‰l het profetisch ambt overgegeven, en belast de openbaring Gods niet alleen gaarne te horen, maar ook naarstiglijk te overleggen en getrouwelijk uit te richten. Alzo zijn ook andere mannen Gods door zekere tekenen in hun ambt ingesteld en bevestigd geweest; zie Exod. 4:2,3,4; Jes. 6:6,7; Jer. 1:9; Openb. 10:8,9,10.

Ex 4.2,3,4 Isa 6.6,7 Jer 1.9 Re 10.8,9,10

‏ Ezekiel 3:1-3

1) eet,

Zie boven Ezech. 2:8.

Eze 2.8

2) wat gij vinden zult;

Dat is, wat hier voorhanden is, te weten dezen ingerolden brief, gelijk de volgende woorden uitdrukken. Zie dezelfde manier van spreken Gen. 19:15, 2 Kon. 19:4; Jer. 15:16.

Ge 19.15 2Ki 19.4 Jer 15.16

3) rol,

Zie boven Ezech. 2:9.

Eze 2.9

4) huis Isra‰ls.

Zie boven Ezech. 2:3.

Eze 2.3
5) en het was in mijn mond als honig,

Hiermede geeft hij te verstaan dat de openbaringen Gods hem aangenaam zijn geweest; want hoewel de inhoud daarvan hem bedroefde, nochtans stemde hij het doel derzelve gans toe, hetwelk was de rechtvaardigheid Gods in het straffen der zonden bekend te maken; vergelijk Jer. 15:16; Openb. 10:9.

Jer 15.16 Re 10.9

‏ Revelation of John 10:9

15) eet het op;

Deze woorden zijn genomen uit Ezech. 3:1, waar dergelijke den profeet geschiedt. En daardoor wordt verstaan, dat hij het boek naarstig moest overzien, overleggen, verstaan en herkauwen.

Eze 3.1
Copyright information for DutKant