Ezekiel 20:9
21) deed het Te weten wat Ik gedaan heb, namelijk hun belovende uit Egypteland te verlossen, Gen. 15:14; Exod. 3:8; vergelijk onder Ezech. 20:14,22. Ge 15.14 Ex 3.8 Eze 20.14,22 22) om Mijns Naams wil, Dat is, niet omdat zij het verdienden of waardig waren, maar omdat Ik dat uit loutere genade beloofd had, en wilde in mijn woord waarachtig bevonden worden. Vergelijk onder Ezech. 20:14,22,44, enz.; Dan. 9:19; Rom. 9:17,23; Ef. 1:6. Eze 20.14,22,44 Da 9.19 Ro 9.17,23 Eph 1.6 23) ontheiligd wierde Zie Lev. 18:21, en onder Ezech. 20:21,24,39, en Ezech. 39:7. Le 18.21 Eze 20.21,24,39 39.7 24) welke Ik Mij, Namelijk Isralieten. 25) derzelver ogen, Te weten der heidenen, en voornamelijk der Egyptenaars, die al Gods wonderwerken hadden gezien; Exod. 14:18; Num. 33:3. Ex 14.18 Nu 33.3
Copyright information for
DutKant