Ezekiel 28:13

24) waart in Eden,

Woondet en hieldt hof in een uitermate pleizierige plaats, als in een lusthof of paradijs. Zie Gen. 2:8, en Gen. 13:10, en onder Ezech. 31:8,9, en Ezech. 36:35.

Ge 2.8 13.10 Eze 31.8,9 36.35

25) alle kostelijk gesteente

Dat is, allerlei.

26) deksel,

Dat is, uwe klederen waren daarmede alzo versierd, alsof gij met enkel kostelijk gesteente gekleed waart.

27) sardisstenen,

Of, robijnen.

28) diamanten,

Of, arbonkelen.

29) sardonixstenen

Zie Gen. 2:12.

Ge 2.12

30) robijnen,

Of, karbonkelen.

31) het werk uwer trommelen

Van kindsbeen aan hebt gij in alle vrolijkheid en dartelheid geleefd; men heeft u alle pleizier en sier aangedaan, waartoe het trommelende, pijpenwerk diende.

32) geschapen werdt,

Dat is, geboren, en door Gods almacht, goedheid en wijsheid uit moeders lichaam eerst tevoorschijn werd gebracht. Vergelijk Gen. 1:1. Alzo Ezech. 28:15, en boven Ezech. 21:30.

Ge 1.1 Eze 28.15 21.30

Ezekiel 31:9

Ezekiel 31:16

43) Eden,

Zie boven Ezech. 31:8,9.

Eze 31.8,9

44) drinken,

Gelijk boven Ezech. 31:14.

Eze 31.14

45) troostten zich

Figuurlijk gesproken, alsof men zeide: het viel hun troostelijk, dat zij zulk een groten metgezel in hun lijden hadden. Vergelijk Jes. 14:8,9,10, met de aantekening; idem, boven Ezech. 14:22, en Ezech. 16:54, en onder Ezech. 32:31, enz.

Isa 14.8,9,10 Eze 14.22 16.54 32.31
Copyright information for DutKant