Ezekiel 3:17

45) wachter gesteld

Zo worden de profeten en andere bedienaars van het Goddelijke Woord genaamd, omdat zij van God gesteld zijn om zijn volk te waarschuwen van alle gevaren, voortkomende uit valse leer of ergerlijken wandel. Zie Jes. 21:11, en Jes. 52:8, en Jes. 56:10,11; Jer. 6:17, onder Ezech. 33:2; Hand. 20:28,29. Het is ene gelijkenis, genomen van de wachters, die op hoge torens of elders gesteld worden om de inwoners der plaats te waarschuwen tegen de aankomst der vijanden of enig ander onraad, ten einde zij daartegen op hunne hoede zouden wezen. Zie 1 Sam. 14:16; 2 Sam. 13:34; 2 Sam. 18:24; 2 Kon. 9:17.

Isa 21.11 52.8 56.10,11 Jer 6.17 Eze 33.2 Ac 20.28,29 1Sa 14.16 2Sa 13.34 18.24 2Ki 9.17

46) van Mijnentwege

Hebreeuws, van, of uit mij; dat is, van mijnentwege, uit mijnen naam, last en bevel.

47) waarschuwen.

Zie van dit woord Ps. 19:12.

Ps 19.11
Copyright information for DutKant