Ezekiel 4:3

8) een ijzeren pan,

Te weten tot een teken van Gods vast en onbeweeglijk voornemen, dat Hij had om Jeruzalem te verderven en niet te verschonen.

9) richt uw aangezicht tegen haar,

Dat is, heb een vast voornemen om die door de belegering uit te roeien; vergelijk de manier van spreken met Lev. 17:10, en zie de aantekening. De profeet wordt hier belast in manier van afbeelding het werk te doen tegen Jeruzalem, dat God zelf voorhad; Jer. 21:10.

Le 17.10 Jer 21.10

10) kome,

Hebreeuws, worde, of zij.

11) teken.

Te weten dat Jeruzalem zal belegerd, ingenomen en verstoord worden.

Copyright information for DutKant