Ezekiel 7:12-13

36) De tijd is gekomen,

Zie boven Ezech. 7:7.

Eze 7.7

37) zij niet blijde,

Te weten omdat hij het gekochte goed niet zal genieten.

38) bedrijve geen rouw;

Te weten omdat hij door gebrek en armoede zijn land of ander goed heeft moeten verkopen; want zo hij het niet verkocht had, zou hij het evenwel niet hebben kunnen behouden. Zie Ezech. 7:13.

Eze 7.13

39) brandende toorn

Versta, den brandenden toorn des Heeren. Zie 2 Kron. 28:13, en onder Ezech. 7:14.

2Ch 28.13 Eze 7.14

40) van het [land].

Te weten van het land Juda.

41) het verkochte

Hebreeuws, verkoping. Alzo boven Ezech. 1:1, wegvoering, voor weggevoerde.

Eze 1.1

42) wederkeren,

Gelijk wel in het jubeljaar geschiedde, in hetwelk een ieder, die zijne erve verkocht had, tot dezelve moest wederkeren; zie Lev. 25:13; maar deze wet zou in de zeventigjarige gevangenschap niet kunnen onderhouden worden.

Le 25.13

43) ofschoon hun leven nog onder de levenden ware;

Dat is, ofschoon de koper en de verkoper nog leefden.

44) het gezicht,

Dat is, deze profetie, voorzeggende den ondergang van het Joodse Rijk en de zeventigjarige gevangenschap van het volk. Zie van het woord gezicht, Gen. 15:1, en Gen. 46:2.

Ge 15.1 46.2

45) van het [land],

Te weten van het land Juda, gelijk in Ezech. 7:12.

Eze 7.12

46) terugkeren;

Dat is, niet wederroepen worden van God, of ijdel zijn, maar zal volbracht worden; alzo is het woord wederkeren genomen Jes. 55:11; vergelijk ook 2 Sam. 1:22.

Isa 55.11 2Sa 1.22

47) niemand

De zin is dat de Joden, hoe boos ook en snood zij mochten zijn om Gods wraak achter te houden, die nochtans niet ontgaan zouden. Men kan deze woorden ook aldus vertalen: Niemand, wiens leven is in zijn ongerechtigheid, zal zich versterken; of: Niemand in zijne ongerechtigheid zijnde, zal zijn leven sterven; of: Zich [in] zijn leven sterken; dat is, zolang hij in zijne ongerechtigheid voortgaat, zal hij zijn leven van het verderf niet behouden kunnen.

Copyright information for DutKant