Ezra 7:11
Ezra 7:21
Psalms 45:1
1) onderwijzing Zie Ps. 32:1. Ps 32.1 2) lied Of, een gezang der beminde. Te weten, jonge dochters, of vriedinnen, dat is, een bruiloftslied, bij de gelegenheid, naar veler mening, van het huwelijk van Salomo [die een voorbeeld van Christus was] met de dochter van den koning van Egypte gemaakt, doch eigenlijk ziende op het huwelijk [Ef. 5:25,32] van den Bruidegom Christus met zijne kerk uit de Joden en heidenen, blijkende Hebr. 1:8,9; zijnde alzo deze psalm het Hooglied van Salomo zeer gelijk. Zie aldaar Hoogl. 3: en Hoogl. 8. Eph 5.25,32 Heb 1.8,9 3) opperzangmeester Zie Ps. 4:1. Ps 4.1 4) schoschannim Dit Hebr. woord wordt ook gebruikt in den titel van den negen en zestigste en tachtigste psalm, en een dergelijk in den titel van den zestigsten, betekenende lelin; alzo genoemd [naar het gevoelen van sommigen] omdat zij zes bladeren hebben. Doch wat daar mede gemeend is, is onzeker. Enigen houden het voor een zeker muzikaal instrument van zes snaren, waarop deze psalm moest gespeeld worden; anderen voor een lied, te dien tijde bekend, beginnende met dit woord, naar welks aijze men dezen psalm spelen en zingen zou. 5) hart Hebr. eigenlijk, bobbelt op. Het Hebr. woord wordt alleenlijk hier gevonden, maar daarvan komt een ander woord, dat een ketel of braadpan betekent, waarin iets, op het vuur gezoden of gebraden zijnde, door de hitte des vuurs opbobbelt; alzo [wil de profeet zeggen] is zijn hart door het vuur des Heiligen Geestes aangestoken en verhit, om deze voortreffelijke leer voor te dragen. Verg. Ps. 19:3. Ps 19.2 6) een goede Of, een goede zaak, wat goeds, of schoon, voortreffelijks. 7) gedichten Hebr. werken. 8) pen Dat is, als een pen desgenen, die in het schrijven wel geoefend of ervaren is, [verg. Ezra 7:6; jes. 16:5] waarvan de vaardigheid, rasheid of snelheid een teken is. Ezr 7.6 Isa 16.5Jeremiah 8:8
13) tevergeefs Hebreeuws, tot leugen; dat is, tevergeefs; zie 1 Sam. 25:21; of tot valsheid, valselijk. 1Sa 25.21 14) schriftgeleerden. Die de wet recht behoorden te verstaan en uit te leggen, gaan om met enkel valsheid, zie Ezra 7:6. Deze woorden worden verscheidenlijk overgezet, doch het komt al op een uit, te weten dat zij tevergeefs veel schreven van des Heeren wet, dewijl zij alles tot valsheid en leugen misbruikten en in het minst daarnaar niet deden noch anderen leerden doen. Vergelijk Matth. 23:13; Luk. 11:52; Rom. 2:17, enz. Ezr 7.6 Mt 23.13 Lu 11.52 Ro 2.17
Copyright information for
DutKant