Ezra 7:6

4) schriftgeleerde

Hebreeuws, schrijver; waardoor verstaan wordt een, die in de Heilige Schrift zeer geoefend en een leraar of meester is, of geacht wordt. Hetzelfde woord wordt ook dikwijls in het Nieuwe Testament gebruikt; zie onder, Ezra 7:11,21; Jer. 8:8. Vergelijk Ps. 45:2.

Ezr 7.11,21 Jer 8.8 Ps 45.1

5) naar de hand

Dat is, dewijl de Heere met hem was en zijn voornemen zegende, besturende de zaken door zijn goddelijke voorzienigheid, naar zijn wens. Vergelijk Ezra 7:9.

Ezr 7.9

Ezra 7:9

9) eerste maand

Genoemd Abib, of, Nisan.

10) het begin des optochts

Hebreeuws, de grondlegging, of fondatie. Sommigen nemen het voor den raadslag, of berading.

11) naar de goede hand

Vergelijk boven, Ezra 7:6 met de aantekening aldaar, en onder, Ezra 7:28.

Ezr 7.6,28

Ezra 7:28

29) weldadigheid

Of, goedertierenheid, goedgunstigheid.

30) gesterkt,

Dat is, ik heb een moed gegrepen.

31) naar de hand

Vergelijk boven, Ezra 7:6.

Ezr 7.6
Copyright information for DutKant