Galatians 2:20

94) met Christus gekruist;

Hoe dit te verstaan is, zie Rom. 6:6, waar hetzelfde gezegd en nader verklaard wordt.

Ro 6.6

95) ik leef, [doch]

Namelijk nu waarlijk een geestelijk leven.

96) niet meer ik,

Namelijk zodanig als ik was v¢¢r mijne bekering en wedergeboorte.

97) maar Christus leeft in

Namelijk door Zijn Heiligen Geest, door welken Hij mij geleidt in de wegen Gods en mij vruchtbaar maakt tot goede werken.

98) in het vlees leef,

Dat is, in dit mijn natuurlijk leven; hetwelk hij onderscheidt van het geestelijke.

99) dat leef ik door het

Dat is, hoewel ik mijne zwakheden in datzelfde vlees heb, zo geheel en vertrouw ik dat de Zoon Gods voor dezelve door Zijn dood voldaan heeft; die mij ook door Zijnen Geest levend maakt.

100) overgegeven heeft.

Namelijk in den dood; Rom. 4:25.

Ro 4.25

1 Timothy 1:15-16

37) een getrouw woord,

Dat is, een zeker en waarachtig woord.

38) de voornaamste ben.

Gr. eerste; dat is, van de meeste, ten aanzien namelijk van mijne voorgaande lastering en vervolging. Zie ook 1 Cor. 15:9.

1Co 15.9
39) barmhartigheid geschied,

Of, God heeft zich mijner ontfermd, gelijk 1 Tim. 1:13.

1Ti 1.13

40) al [Zijn] lankmoedigheid

Namelijk die God in het Evangelie beloofd heeft te gebruiken, opdat Hij den zondaar tot bekering brenge.

41) tot een voorbeeld

Of, voorbeeld; namelijk dat niemand, hoe groot zondaar hij ook zij, behoeft te mistrouwen de genade Gods, zo hij maar tot Christus door het geloof zijne toevlucht neemt.

Copyright information for DutKant