Genesis 10:7
25) Seba Van dezen komen de Sabers, in Woest-Arabi. Zie #Ps.72:10, en Jes. 43:3. Ps 72.10 Isa 43.3 26) Havila, De vaders der inwoners van een land aldus genaamd, boven Gen. 2:11. Ge 2.11 27) Sabta, Het gevoelen der geleerden is dat de nakomelingen van dezen bewoond hebben het onderdeel van Gelukkig-Arabi. 28) Raema, Mede een voorvader der inwoners van het bovengenoemde Arabi. Zie Ezech. 27:22. Eze 27.22 29) Sabtecha. Men houdt het er voor dat deze ook een stamvader van dezelfde natie geweest is. 30) Scheba Zuidwaarts wonende in Morenland; van waar men meent dat de koningin van Scheba gekomen is. Zie 1 Kon. 10:1,4; Ezech. 27:22; Matth. 12:42; Hand. 8:27. Anderen plaatsen hem in Gelukkig-Arabi. 1Ki 10.1,4 Eze 27.22 Mt 12.42 Ac 8.27 31) Dedan. Een inwoner mede van Gelukkig-Arabi, of volgens anderer gevoelen, van Morenland. Zie Ezech. 27:15, Ezech. 38:13. Eze 27.15 38.13Jeremiah 25:23
40) Dedan, Volken van steenachtig Arabi, uit Ketura; zie Gen. 25:3,15; Jes. 21:13. Van een anderen Dedan, uit Cham, door Cusch, in Rijk Arabi, of Morenland, zie Gen. 10:7, en van Dedan in Edom, zie onder Jer. 49:8. Ge 25.3,15 Isa 21.13 Ge 10.7 Jer 49.8 41) Buz, Zie Gen. 22:21. Ge 22.21 42) hoeken afgekort zijn; Zie boven Jer. 9:26. Jer 9.26
Copyright information for
DutKant