Genesis 12:8
19) Beth-el, Een stad, gelegen in het land, dat den stam van Benjamin daarna toegevallen is, en aldus eerst genoemd door Jakob, toen hij reisde naar Mesopotami, maar v¢¢r dien tijd geheten Luz; onder Gen. 28:19. Ge 28.19 20) westen, Hebr. zee. Hierdoor wordt het westen verstaan, omdat de westzijde van Kanan aan de zee gelegen was; zie onder Gen. 13:14, en Gen. 28:14; Num. 3:23; Deut. 3:27, enz. Ge 13.14 28.14 Nu 3.23 De 3.27 21) Ai Een stad in het land Kanan, in den stam van Benjamin, oostwaarts van Bethel gelegen; zie Joz. 7:2. Jos 7.2 22) riep den naam Zie boven Gen. 4:26. Ge 4.26 1 Kings 18:24-26
38) door vuur Versta, met het zenden des vuurs van den hemel, om door hetzelve de offerande aan te steken en te verteren, tot een bewijs wie de ware God, welke de rechte leer en zuivere godsdienst was. 39) God zijn. Gelijk boven, 1 Kon. 18:21. 1Ki 18.21 40) Dat woord is goed. Of, die zaak. 41) dien hij hun Dat is, die Elia recht tevoren hun toegelaten had te kiezen. Zie boven, 1 Kon. 18:23. 1Ki 18.23 42) zij sprongen Versta dit van het altaar, dat Elia gemaakt had, hetwelk zij uit enkele kwaadheid met hun bespringen zochten om te stoten, hen gelatende door den ijver van een profetischen geest hiertoe gedreven te zijn. Zie onder, 1 Kon. 18:29,30. 1Ki 18.29,30 43) tegen het altaar, Of, op over. 2 Kings 5:11
23) ik zeide Anders, ik zeide: Tot mij zal hij zekerlijk uitkomen, enz. 24) zal zekerlijk Hebreeuws, uitkomende uitkomen. 25) plaats strijken, Hebreeuws, bewegen. 26) den melaatse Dat is, mij van mijn melaatsheid genezen. Anders, het melaatse; dat is, de melaatsheid wegnemen. Zie boven, 2 Kon. 5:3. 2Ki 5.3 Joel 2:32
101) geschieden, Onder al de voorzegde beroerten. 102) al Hetzij Joden of heidenen; Rom. 10:12,13. Ro 10.12,13 103) Naam des HEEREN zal aanroepen, Dat is, die den Heere recht dient, en in al deze zwarigheden zijn toevlucht tot Hem neemt door gelovige gebeden. 104) behouden worden; Of, uitgered, bevrijd, en vervolgens behouden worden, van zonde, duivel en dood; en, ofschoon hij in lichamelijke ellenden mocht worden betrokken, of om Christus' naam lijden en sterven, zal hij toch hier een genadigen God in den Messias en een bestendigen troost in leven en sterven, en hierna de eeuwige zaligheid hebben. 105) Sions Dat is, daar zal behoudenis en zaligheid zijn alleen in de ware kerk, die te dien tijde binnen Jeruzalem op den berg Zion tot den godsdienst placht te vergaderen. Zie Ps. 2:6. Ps 2.6 106) gezegd heeft; Tot of door mij en andere zijne profeten; [alzo in Joel 3:8], en dienvolgens zal het zekerlijk alzo geschieden, ofschoon het ten aanzien van des mensen verdiensten en krachten gans onmogelijk is. Joe 3.8 107) en dat, Of, te weten,. Zie van zulk een gebruik der Hebr. letter Vau, Jer. 17:10; idem Richt. 7:24; 1 Sam. 17:40, en 1 Sam. 28:3, en Joel 2:12. Jer 17.10 Jud 7.24 1Sa 17.40 28.3 Joe 2.12 108) overgeblevenen, De voorzegde behoudenis en ontkoming zal zijn bij degenen, die God naar de verkiezing der genade in de algemene verderving, afval en verstoktheid der wereld, voor zich zal bewaren en doen overblijven; verg. Jes. 10:22; Rom. 9:27, en Rom. 11:4,5,7, enz. Anders: mitsgaders de overgeblevenen; verstaande hier, de gelovige heidenen, en in het voorgaande de gelovige Joden. Isa 10.22 Ro 9.27 11.4,5,7 109) roepen. Dat is, naar zijn vrij, genadig welbehagen door zijn Woord en Geest krachtig zal trekken en brengen tot de zalige gemeenschap van den Heere Christus en van zijne kerk, beide uit Joden en heidenen; zie Joh. 6:44,65, en Joh. 10:16; Hand. 2:39; Rom. 8:30, en Rom. 9:23,24, enz. Joh 6.44,65 10.16 Ac 2.39 Ro 8.30 9.23,24 Acts 2:21
44) aanroepen, Dat is, Hem voor den Zaligmaker met waar geloof erkennen, de zaligheid in Hem alleen zoeken, Hem om dezelve, alsook in alle noden, aanroepen, en Hem recht dienen. Romans 10:13
Copyright information for
DutKant