‏ Genesis 15:14

32) rechten,

Rechten is dikwijls zoveel als iemands zaak te beoordelen en uit te wijzen, •f tot zijn nadeel om hem te straffen, zoals hier en Ps. 51:6, •f tot zijn voordeel om hem te beschermen, zoals onder Gen. 30:6; Ps. 7:9; Jer. 5:28, Jer. 22:16.

Ps 51.4 Ge 30.6 Ps 7.8 Jer 5.28 22.16

‏ 1 Samuel 3:13

15) dat Ik zijn huis

Dat is, dat Ik mijn rechtvaardige straf en wraak over hem en zijn huis zal uitvoeren.

16) vervloekt gemaakt,

Anders, licht, veracht, dat is, toen zij met hun boze stukken en kwaad leven gemaakt hebben dat men hen vloekte en verachtte als lichte gezellen, die geen eer waardig waren.

17) zuur aangezien.

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk fronsen, of rimpelen krijgen in het aangezicht, hetwelk geschiedt van diegenen, die uit ongezindheid zuur zien. Versta hierbij, veel weiniger heeft hij hen gestraft naar behoren, hetwelk hij had behoren te doen als vader, als hogepriester en als richter, die gesteld was om het kwaad te beletten en te straffen.

‏ Psalms 51:4

5) wel van

Hebr. vermenigvuldig, was mij, of vermenigvuldig, maak veel mij te wassen, of was mij veel, of veelvoudiglijk, wel terdege, over en weer over. Aldus spreekt David uit overdenking en gevoel van de grootheid en veelheid zijner zonden. De manier van spreken is wel genomen van het uiterlijk en ceremoni‰el wassen en reinigen, [waarvan Lev. 11:25,32, en Lev. 14:8,9; Num. 19:19,20, enz., ook Exod. 19:10,] maar ziet op de betekenende zaak, te weten de geestelijke afwassing en reiniging van zonden, door het bloed van den Messias. Zie 1 Cor. 6:11; 1 Joh. 1:7, en Openb. 7:14. Verg. onder Ps. 51:9.

Le 11.25,32 14.8,9 Nu 19.19,20 Ex 19.10 1Co 6.11 1Jo 1.7 Re 7.14 Ps 51.7

‏ Ezekiel 24:14

Copyright information for DutKant