Genesis 18:1

1) hem de HEERE

Namel, Abraham.

2) eikenbossen

Zie boven, hoofdstuk. Gen. 13:18. Hier had Abraham zijn woonstede gekozen, nadat Lot van hem gescheiden was; boven Gen. 13:18.

Ge 13.18,18

Hebrews 13:2

2) de herbergzaamheid niet;

Namelijk tegen de vreemdelingen en verjaagde christenen, die dikwijls hun vaderland moesten verlaten en niet wisten waar in te keren. Zie ook Rom. 12:13, en 1 Petr. 4:9, welke deugd inzonderheid den herders wordt aangeprezen; 1 Tim. 3:2; Tit. 1:8.

Ro 12.13 1Pe 4.9 1Ti 3.2 Tit 1.8

3) onwetend engelen geherbergd.

Namelijk gelijk Abraham, Gen. 18:2, en Lot, Gen. 19:1.

Ge 18.2 19.1
Copyright information for DutKant