Genesis 19:2
3) van uw Dat is, in mijn huis. 4) op de straat Wel verstaande, ten ware Lot met hard aanhouden hen bewoog om bij hem te vernachten, gelijk geschied is. Verg. Luk. 24:28,29. Lu 24.28,29 Genesis 24:32
43) om zijn Zie boven, Gen. 18:4, en de aanteek. Ge 18.4 Genesis 43:24
35) zij wiesen Zie Gen. 18:4. Ge 18.4 John 13:4-5
7) klederen af, Namelijk opperklederen, gelijk dit woord dikwijls genomen wordt. Zie Matth. 5:40, en Luk. 6:29. Aldus plachten de dienstknechten hunne heren te dienen. Zie Luk. 17:8. Mt 5.40 Lu 6.29 17.8 8) omgordde Zichzelven. Namelijk om te vaardiger te zijn tot dezen dienst, en met dezen handdoek de voeten te drogen. 9) goot Hij water Grieks wierp. 10) bekken, en begon Of, wasvat.
Copyright information for
DutKant