Genesis 2:8
17) hof Namelijk, het paradijs of lusthof, dat God voor den mens tot ene woning verordend had. 18) geplant Te weten, op den derden dag der schepping, eer de mens geschapen was. 19) Eden, Eden is de naam van een landschap in Thelassar, het opperdeel in Chaldea, gelijk te zien is 2 Kon. 19:12, en het is onderscheiden van een ander Eden, gelegen bij Damaskus, in Syri, waarvan te zien is Amos 1:5. Het Hebr. woord Eden betekent wellust, geneugte, vermaking. Dit land wordt alzo genaamd, omdat het een schoon, lustig, edel land was, gelijk zulks te zien is uit het volgende vers van dit hoofdstuk, vs. 9, alsook uit Jes. 51:3; Ezech. 28:13, Ezech. 31:16,18. 2Ki 19.12 Am 1.5 Ge 2.9 Isa 51.3 Eze 28.13 31.16,18 20) tegen het oosten, Hebr. van oosten, of uit oosten, dat is, in het oosteinde van Eden, of ten oosten van de plaats, waar Mozes was, dit schrijvende. Amos 1:8
23) Asdod, Asdod en de andere steden, in dit vers genoemd, waren alle hoofdsteden der Filistijnen, in de Schrift bekend. 24) hand wenden tegen Ekron, Dat is, mijne macht uitstrekken. Zie de manier van spreken 2 Sam. 8:3; Ezech. 38:12. 2Sa 8.3 Eze 38.12 25) zal vergaan, Hebr. zullen; dat is, de overgeblevenen zullen vergaan.
Copyright information for
DutKant