Genesis 21:21
30) Paran; Zie bov. Gen. 14:6. Ge 14.6 31) en zijn Merk hier op het recht der ouders over de kinderen in huwelijkszaken, ja zelfs der moeder alleen. Verg. ond. Gen. 24:3,4, enz. Ge 24.3,4 Genesis 24:3
6) der Kananieten, Hebr. des Kananieters. Zie van dezen boven Gen. 10:15,16, enz.; van dezen wilde Abraham voor zijn zoon een vrouw hebben, omdat zij gans afgodisch, grote zondaren en buiten het verbond Gods waren. Verg. onder Gen. 28:1,2; Exod. 34:16; Deut. 7:3; Joz. 23:12; Ezra 9:1,2,3; Neh. 13:23,25, enz.; 2 Cor. 6:14,15. Van dit recht der ouders in de huwelijken der kinderen in het algemeen, zie boven Gen. 6:2 en Gen. 21:21. Ge 10.15,16 28.1,2 Ex 34.16 De 7.3 Jos 23.12 Ezr 9.1,2,3 Ne 13.23,25 2Co 6.14,15 Ge 6.2 21.21 Genesis 26:34
62) veertig Hebr. een zoon van veertig jaar; zo oud was ook zijn vader Izak, toen hij trouwde, boven Gen. 25:20. Ge 25.20 63) Judith, Hebr. Jehudith. Enigen menen dat deze dezelfde geweest is, die onder, Gen. 36:2, Aholibama genoemd wordt. Zodat zij twee namen gehad zou hebben, gelijk ook haar vader, die hier Beri, en Gen. 36 Anna geheten wordt. Maar zij kunnen wel onderscheiden vrouwen geweest zijn, daar het blijkt dat Ezau tot het misbruik van meer vrouwen tegelijk te hebben genegen was. Ge 36.2 64) den Hethiet, Ee van de Kananietische volken, zie boven, Gen. 10:15. Deze huwelijken deed Ezau tegen den dank en den wil van zijn ouders; zie boven, Gen. 24:3, en onder, Gen. 27:24, en Gen. 28:2. Ge 10.15 24.3 27.24 28.2 65) Basmath, Onder, Gen. 36:2, genaamd, Ada. Ge 36.2
Copyright information for
DutKant