Genesis 23:10
14) Efron Hij was niet alleen een burger onder de Hethieten, maar een der voornaamsten onder hen, zittende in de vergadering voor welke Abraham verscheen. Aldus wordt het woord zitten genomen voor den staat der publieke raden of regeerders des volks; gelijk Ps. 119:23. Ps 119.23 15) zijner Of, waar hij geboren was, gelijk Luk. 2:3,4, of waar hij woonde, gelijk onder Gen. 24:10; Matth. 9:1. Lu 2.3,4 Ge 24.10 Mt 9.1 16) ingingen, Dat is, die burgers of inwoners der stad waren. Alzo onder, Gen. 23:18. Verg. Gen. 34:24. Ge 23.18 34.24Genesis 24:10
15) al het Dat is, allerlei nodig en kostbaar goed nam hij met goedvinden van zijn heer mede, zo tot de reis, als tot verering, daar het in deze zaak dienstig zou wezen. Zie Gen. 24:54. Ge 24.54 16) Mesopotami, Hebr. Syri der twee rivieren; zo genoemd, omdat het gelegen was tussen twee rivieren, Tigris aan het oosten, en Eufraat aan het westen. Zie dezen naam ook Deut. 23:4; Richt. 3:8. De 23.4 Jud 3.8 17) stad van Dat is, waar Nahor woonde; zie boven Gen. 23:10. Versta de stad Haran, gelijk afgenomen wordt uit Gen. 28:10, en Gen. 29:4. Ge 23.10 28.10 29.41 Kings 21:1
1) Jizreel was, Zie van deze stad boven, 1 Kon. 18:45. 1Ki 18.451 Kings 21:7
8) regeren? Hebreeuws, doen; dat is, regeren, bedienen, handhaven. De zin is dat hij niet waardig zou zijn koning over Isral te wezen, indien hij zoveel verstand of courage niet had, waarmede men een Naboth bedwingen en hem zijn wijnberg afhandig kon maken. 9) vrolijk; Hebreeuws, zij goed; dat is, vrolijk. Zie goed, voor vrolijk, Richt. 16:25, en Richt. 18:20; 1 Sam. 25:8,36. Jud 16.25 18.20 1Sa 25.8,361 Kings 21:11
20) zijner stad, Zie boven, 1 Kon. 21:8. 1Ki 21.8 21) die oudsten Zie boven, 1 Kon. 21:8. 1Ki 21.8 22) gezonden had; Dat is, door brieven ontboden had.
Copyright information for
DutKant