Genesis 23:19

23) tegenover

Hebr. tegen het aangezicht Mamre.

24) Hebron,

Zie bov. Gen. 23:2.

Ge 23.2

25) in het

Hetwelk wel Abraham en zijn zaad door God gegeven was, om te zijner tijd erfelijk te bezitten, maar daar hij vooralsnog een vreemdeling daarin was, heeft hij [gelijk ook andere gelovige voorvaders] begeerd daarin begraven te worden, tot een teken dat zij geloofden de beloftenis Gods, van dit land te zullen bezitten, hetwelk hun een pand was van het hemelse Kana„n.

Genesis 25:9

17) in den akker

Zie boven, Gen. 23:9,17,19,20.

Ge 23.9,17,19,20

Genesis 35:29

47) gaf den

Verg. boven, Gen. 25:8.

Ge 25.8

48) tot zijne

Zie boven, Gen. 15:15.

Ge 15.15

49) begroeven hem.

Te weten, in de spelonk, waarvan te lezen is boven, Gen. 23, waarin ook Abraham begraven lag, boven, Gen. 25:9. Deze was in Hebron, waar Izak gestorven is. Dit is geschied lang na dezen tijd, overmits Jakob wel 23 jaren in Kana„n na zijn wederkomst uit Mesopotami‰ gewoond had, eer zijn vader stierf. Maar het wordt hier door Mozes verhaald, om hiermede Izaks historie te eindigen, en Jakobs historie te vervolgen.

Ge 25.9
Copyright information for DutKant