Genesis 25:13

22) hun namen

Dat is, zoals zij genaamd worden naar de orde hunner geboorten; men meent dat deze twaalf zonen van Ismael gewoond hebben in het land Nabathea, gelegen tussen de Eufraat en de Rode zee.

23) Nebajoth;

Zie Jes. 60:7.

Isa 60.7

24) Kedar,

Zie Ps. 120:5; Hoogl. 1:5; Jes. 21:16; Jer. 49:28; Ezech. 27:21.

Ps 120.5 So 1.5 Isa 21.16 Jer 49.28 Eze 27.21

25) Mibsam,

Van een anderen Mibsam, die de zoon van Simeon was, lezen wij 1 Kron. 4:25.

1Ch 4.25

Genesis 37:25

34) om brood

Dat is, om hun maal te houden; zie boven, Gen. 31:54.

Ge 31.54

35) Isma‰lieten

Een volk, afkomstig van Ismael, den zoon van Abraham uit Hagar; van welks land men zien mag, boven, Gen. 25:18. Beneden worden ook genoemd Midianieten en Medanieten, Gen. 37:28,36, waaruit blijkt dat het een gezelschap geweest is van onderscheiden nati‰n, woonachtig in Arabi‰.

Ge 25.18 37.28,36

36) Gilead;

Zie boven, Gen. 31:21.

Ge 31.21

37) specerijen,

Het Hebreeuwse woord betekent in het algemeen allerlei soort van specerij.

38) balsem,

Anders, hars, terpentijn.

39) mirre,

Anders, mastik, of balsem; zie van deze specerij ook onder, Gen. 43:11.

Ge 43.11

40) Egypte.

Zie boven, Gen. 12:10.

Ge 12.10
Copyright information for DutKant