Genesis 26:5
10) Daarom Zie boven, Gen. 22:16. Ge 22.16 11) mijn bevel, Hebr. onderhouding, bewaring, waarneming; dat is, wat Ik hem bevolen had te onderhouden; alzo Lev. 18:30; Deut. 11:1. Men houdt dat deze vier woorden aldus moeten onderscheiden worden: dat het eerste algemeen is, betekenende al hetgeen God bevolen en verordineerd heeft, en de andere drie in het bijzonder op enige dingen onderscheidenlijk betrekking hebben: als, de geboden op de wet der zeden; de inzettingen op de wet der ceremonin; de wetten op de leer van hetgeen men schuldig is te geloven, enz. Elders worden hier bijgevoegd de rechten, waardoor verstaan worden de burgerlijke wetten; Deut. 11:1. Le 18.30 De 11.1,1 Leviticus 8:35
38) wacht des HEEREN waarnemen, Of, deze ordinantie des Heeren onderhouden. Versta, den schuldigen plicht der priesters in het waarnemen en onderhouden van al wat hun in den tabernakel te doen bevolen was, en bijzonder wat deze hunne wijding aanging. Vergelijk Num. 3:7,8, en Num. 9:19; 2 Kon. 11:5. Nu 3.7,8 9.19 2Ki 11.5 39) opdat gij niet sterft; Gelijk Nadab en Abihu naderhand wedervaren is, toen zij, tegen de ordinantie, vreemd vuur den Heere geofferd hebben. Numbers 3:7
6) waarnemen zijn wacht, Of, zijn bevel en last onderhouden. Hebreeuws, onderhouden zijn onderhouding. Zie dezelfde manier van spreken, onder, Num. 2:8,28,32,38, en Num. 9:19, idem, zie Lev. 8:35. Nu 2.8,28,32 9.19 Le 8.35 7) gehele vergadering, Dat is, die de gehele vergadering moesten waarnemen, in wier naam de eerstgeborenen der Isralieten tevoren de bezorging hadden, gelijk Exod. 19:22 te zien is. Maar nu voortaan wordt dit ambt den Levieten opgelegd. Zie boven, Num. 1:53, en vergelijk onder, Num. 3:38, en Num. 16:9. Ex 19.22 Nu 1.53 3.38 16.9 Joshua 22:3
1) nu langen tijd, Hebreeuws, deze vele dagen. Het waren, naar sommiger rekening, ruim dertien jaren. Zij hebben zeven jaren doorgebracht met het innemen des lands, en zeven jaren met de deling van hetzelve. 2 Kings 11:5
13) u, Versta, priesters en Levieten; 2 Kron. 23:4. 2Ch 23.4 14) ingaan, Te weten, in den tempel. De priesters en de Levieten waren verdeeld in vier en twintig beurten, 1 Kron. 24, naar welke verdeling zij bij beurte alle week in den tempel kwamen, om den godsdienst naar de gestelde orde te verzorgen; hetwelk wordt genoemd ingaan, te weten, in den tempel, om de wacht waar te nemen. Anders, die in de week ingaan. 15) huis des konings; Dat is, aan de kamer in den tempel, waar de jonge koning werd verborgen gehouden.
Copyright information for
DutKant