‏ Genesis 27:4

8) smakelijke

Of, wat smakelijks.

9) mijn ziel

Dat is, ik, met een oprecht voornemen des gemoeds.

10) u zegene,

Versta dit niet van een algemene zegening, die de ouders aan al hun kinderen bij elke gelegenheid geven kunnen, maar van een bijzondere, zeer uitnemende en statelijke profetische zegening in den vorm van testament ingesteld, om zijn zoon van de geestelijke en lichamelijke beloften, hem en zijn vader gedaan, erfgenaam te verklaren; alzo onder, Gen. 28:1.

Ge 28.1

‏ Genesis 27:7

11) voor het

Dat is, welke zegening in Gods naam, en als in zijn tegenwoordigheid uitgesproken, en door zijn bestuur bekrachtigd zal worden.

‏ Genesis 27:9

13) haal mij

Hebr. neem; maar het Hebr. woord bevat hier ook in zich het woord brengen, en die twee tezamen zijn zoveel als halen. Zie boven, Gen. 12:15.

Ge 12.15

14) goede

Dat is, vette, wel aangekomen, en in groei toegenomen. Verg. onder, Gen. 41:5.

Ge 41.5

‏ Proverbs 23:6

15) desgenen,

Dat is, desgenen, die vrekkig, afgunstig en nijdig is. Zie Deut. 15:9; idem, onder Spreuk. 28:22; Mark. 7:22. Hiertegen is het goede oog, van hetwelk zie boven Spreuk. 22:9, en de aantekening.

De 15.9 Pr 28.22 Mr 7.22 Pr 22.9

16) smakelijke

Zie boven Spreuk. 23:3.

Pr 23.3
Copyright information for DutKant