‏ Genesis 3:16

29) Hij:

Te weten, God.

30) Ik zal zeer

Hebr. ik zal vermenigvuldigende vermenigvuldigen.

31) kinderen

Hebr. zonen, welk woord in de Heilige Schrift veel gebruikt wordt voor kinderen, dat is, voor zonen en dochters ; alzo Exod. 22:24; Ps. 128:6.

Ex 22.24 Ps 128.6

32) begeerte

Dat is, gij zult gehouden zijn u naar uws mans wil te voegen, en zoeken onder hem te schuilen en door zijn beleid geregeerd te worden.

33) hij zal over

Dat is, hij zal macht hebben over u te gebieden, hetwelk uw vlees nu lastig zal zijn, daar het v¢¢r den val niet dan lieflijk was.

Copyright information for DutKant