Genesis 31:35

57) Dat [ de toorn]

Dat is, dat mijn heer niet bevangen worde door gramschap; die zich in de ogen pleegt te openbaren.

58) [het gaat]

Hebr. mij is der vrouwen weg.

Exodus 9:3

2) hand des HEEREN zal zijn over uw vee,

Dat is, de grote kracht Gods, zonder dat enig werk der mensen er tussen zal komen; zie boven, Exod. 8:19.

Ex 8.19

Exodus 9:6

3) al het vee der Egyptenaren stierf;

Dat is, allerlei, van iedere soort enigen; of, versta, al de beesten, die in het veld waren, Exod. 9:3, want er zijn er nog enigen overgebleven, gelijk te zien is onder, Exod. 9:19,25, en Exod. 10:5.

Ex 9.3,19,25 10.5

Psalms 78:50

54) woog

Op de weegschaal zijner gerechtigheid, wegende tegen elkander zijn straffen en hunne verdiensten; gelijk God pleegt voort te gaan in straffen, gelijk de mensen voortgaan in zonden en hardnekkigheid. Zie Lev. 26:21,23,24,27,28.

Le 26.21,23,24,27,28

55) gedierte

Anders, hunleven; gelijk Job 33:18,22,28.

Job 33.18,22,28

Hosea 7:11-12

32) botte duif,

Dat is, domme, slechte, simpele duiven, omdat men ze verlokken, verleiden en bepraten kan gelijk men wil, stellende zich alleszins tot een spot. Dit wordt in het volgende verklaard.

33) hart;

Dat is, verstand. Zie Job 9:4.

Job 9.4

34) Egypte aan,

Zie 2 Kon. 17:3,4, en boven Hos. 5:13, en onder Hos. 8:9, en Hos. 12:2.

2Ki 17.3,4 Ho 5.13 8.9 12.1

35) Assur.

Dat is, Assyri‰, of den koning van Assyri‰.

36) net over hen uitspreiden,

Dat is, Ik zal hen vangen, verstrikken en vernietigen door hunne tractaten of handelingen met Egypte en Assur, gelijk men de vogels beslaat, vangt en verstrikt door het net. Vergelijk Job 19:6; Ezech. 12:13, en Ezech. 17:20 en Ezech. 19:8 en Ezech. 32:3, met de aantekening.

Job 19.6 Eze 12.13 17.20 19.8 32.3

37) nederdalen.

Daar zij omhoog menen te vliegen.

38) tuchtigen,

Met straffen en plagen; zie Spreuk. 7:22.

Pr 7.22

39) gelijk gehoord is in hun vergadering.

Hebreeuws, naar de horing, of het gehoor van, of aan, in hunne vergadering; dat is, gelijk Ik hun openlijk in mijne wet en door mijne profeten in hunne bijeenkomsten voor de gemeente heb aangezegd en gedreigd, zie 2 Kon. 17:13.

2Ki 17.13
Copyright information for DutKant