Genesis 31:7

9) heeft bedriegelijk

Anders, met mij gespot.

10) tien malen

Dat is, dikwijls, alzo wordt het getal tien, voor dikwijls genomen; onder, Gen. 31:41; Lev. 26:26; Num. 14:22; 1 Sam. 1:8, en Job 19:3.

Ge 31.41 Le 26.26 Nu 14.22 1Sa 1.8 Job 19.3

Proverbs 21:22

52) De wijze

De zin is dat wijsheid meer te achten is dan sterkte, Pred. 9:16; gelijk de ervaring leert, dat dikwijls veel meer uitgericht wordt door het wijs beleid van een overste dan door de grote menigte der krijgslieden.

Ec 9.16

53) beklimt

Te weten, in tijd van oorlog.

54) sterkte

Dat is, de sterkten, waarop de stad zich verliet.

Proverbs 24:5

5) sterk;

Hebreeuws, in sterkte; dat is met sterkte begaafd. Versta, niet de uitwendige en lichamelijke sterkte, maar de inwendige en geestelijke.

6) maakt de kracht

Dat is, indien hij uiterlijke sterkte heeft, de wetenschap maakt hem nog sterker. Daarom overtreft hij ook een, die sterk is en geen verstand heeft. In ‚‚n woord: wijsheid is beter dan sterkte. Vergelijk boven Spreuk. 21:22; Pred. 9:15.

Pr 21.22 Ec 9.15

Ecclesiastes 9:16

53) niet waren gehoord

Dat is, niet waren geacht geweest.

Copyright information for DutKant