‏ Genesis 35:18

30) als hare

Een klare beschrijving van den dood, waaruit blijkt dat hij is een scheiding der ziel, die tot een ander leven overblijft, en gaat uit het lichaam, hetwelk door den dood vergaat. Waarom ook gezegd wordt van degenen, die nog leven, dat hun ziel in hen is, 2 Sam. 1:9, en van degenen, die sterven, dat hun geest uitgaat, Ps. 146:4, en van degenen die verrijzen, dat hun geest in hen wederkeert; 1 Kon. 17:21,22.

2Sa 1.9 Ps 146.4 1Ki 17.21,22

31) (want zij

Of, dat zij stierf, en noemde, of had genoemd.

32) Ben-oni;

Dat is, zoon mijner smart, mijns weedoms.

33) Benjamin.

Dat is zoon der rechterhand; dat is, die mij altijd nabij en zeer lief zal zijn, als den mens zijn rechterhand; Ps. 80:18.

Ps 80.17

‏ 1 Kings 19:4

8) jeneverboom;

Anders, bremstruik. Zie van dezen struik ook Job 30:4; Ps. 120:4.

Job 30.4 Ps 120.4

9) zijn ziel

Dat is, zijn persoon, of hij zelf; alzo Num. 23:10; Richt. 16:30. Vergelijk de aantekeningen Gen. 12:5. Anders, bad voor zichzelven, of bij zichzelven, of in zijn gemoed, dat hij stierf.

Nu 23.10 Jud 16.30 Ge 12.5

10) Het is genoeg;

Te weten, geleefd en geleden. Hebreeuws, veel; welk woord zo genomen wordt, Deut. 2:3, en Deut. 3:26.

De 2.3 3.26

11) neem nu,

Dat is, laat mij niet langer leven, scheidende mijn ziel van dit lichaam, opdat zij bij U wone; alzo Jona 4:3. Vergelijk de aantekeningen Gen. 35:18.

Jon 4.3 Ge 35.18

12) beter

Versta, om langer te leven dan zij geleefd hebben.

Copyright information for DutKant