Genesis 35:5
12) Gods verschrikking Dat is, die van God toegezonden en zeer groot was; alzo Exod. 23:27; 2 Kron. 14:14, en 2 Kron. 17:10. Het woord God wordt somtijds gebruikt om de grootheid en uitnemendheid van enige zaak uit te drukken; zie boven, Gen. 13:10. Zonder deze verschrikking zou Jakob met al de zijnen lichtelijk overvallen en vernield geweest zijn, om de daad van Simeon en Levi, te Sichem begaan; boven Gen. 34:25. Ex 23.27 2Ch 14.14 17.10 Ge 13.10 34.25 1 Samuel 14:15
28) het leger, Te weten, in het leger der Filistijnen. 29) verdervers beefden ook zelven; Te weten, die soldaten, die uitgetrokken waren om het land te verderven, waarvan 1 Sam. 13:17, gesproken wordt. 1Sa 13.17 30) een beving Gods. Zie de aantekeningen op Gen. 30:8. Hij wil zeggen dat het een verschrikking was, die God over hen zond; of een beving Gods, dat is, een zeer grote beving. Ge 30.8 2 Chronicles 20:29
56) verschrikking Dat is, die van God toegezonden en zeer groot was. Zie boven, 2 Kron. 14:14, en Gen. 35:5. 2Ch 14.14 Ge 35.5
Copyright information for
DutKant