Genesis 36:4

13) Elifaz,

Denzelfden naam heeft een van Jobs vrienden gehad, genaamd Elifaz van Teman, Job 2:11; zodat men meent, dat hij van dezen Elifaz voortgekomen is, door middel van zijn zoon Teman, die onder Gen. 36:11 genoemd wordt onder de kinderen van Elifaz.

Job 2.11 Ge 36.11

14) Rehuel.

Dezen naam had ook de vader van Jethro, Mozes' vrouws vader. Exod. 2:18; Num. 10:29.

Ex 2.18 Nu 10.29

Genesis 36:11

27) Zepho,

Hebr. Tsepho; ook genoemd Tsephi, 1 Kron. 1:36.

1Ch 1.36

Genesis 36:15

31) de vorsten

Deze vorsten hebben niet de een na des anderen dood geregeerd, maar tegelijk op ‚‚n tijd, een iegelijk over de zijnen. Doch zij zijn geen machtige vorsten geweest; zij waren hoofden, of de voornaamsten der geslachten, gelijk gouverneurs of leidsmannen.

32) Zepho,

Hebr. Tsepho.

Job 2:11

24) vrienden van Job

Men houdt dat deze drie vrienden van Job uit Arabi‰ en Idumea geweest zijn, afkomstig van Abraham.

25) zijne plaats,

Dat is, uit hun landschappen.

26) Themaniet,

Zo genoemd, omdat hij was van de nakomelingen van Theman, den zoon van Elifaz, die de zoon was van Ezau, den zoon van Izak; Gen. 36:10,11. Deze woonde in woest Arabi‰.

Ge 36.10,11

27) Suhiet,

Een nakomeling van Suah, den zoon van Abraham uit Ketura; Gen. 25:1,2. Deze woonde ook in woest Arabi‰.

Ge 25.1,2

28) Na„mathiet;

Het is onzeker of deze bijnaam zijn oorsprong heeft van enig voorvader, geslacht of woonplaats. Sommigen menen dat hij zou mogen voortgekomen zijn van Timna, den zoon van Ezau, van welken te zien is Gen. 36:40. Anderen menen dat hij geboren is in de stad Naema, van welke zie Joz. 15:41.

Ge 36.40 Jos 15.41

29) eens geworden,

Vergelijk Amos 3:3. Anders, tezamen vergaderd, of bijeengekomen.

Am 3.3

30) hem te beklagen,

Anders, medelijden te hebben, of bewogen te worden over hem, of met hem bedroefd te zijn. Alzo onder, Job 42:11.

Job 42.11

Jeremiah 49:7

27) Edom

Dat is, nakomelingen van Ezau.

28) Is er dan geen wijsheid meer

Vergelijk Obad.:8,9.

29) Theman?

Theman en Dedan waren twee steden der Edomieten, op bergen gelegen, aan het oosteinde van Ezau's gebergte, achter het zuideinde van de Dode Zee, naar uitwijzen van enige kaarten. Theman was Ezau's zoonszoon, uit Elifaz, waarvan deze stad zonder twijfel den naam heeft. Zie Gen. 36:10,11.

Ge 36.10,11

30) verstandigen?

Anders, [hunne] kinderen.

31) onnut geworden?

Het Hebreeuwse woord betekent gemeenlijk overtollig, overig en geil worden; en hier voorts onnut, vergeefs, ijdel, of ondienstig worden.

Jeremiah 49:20

73) gedachten,

Dat is, voornemen, besluit, dat Hij gemaakt heeft. Vergelijk onder Jer. 49:30.

Jer 49.30

74) Theman:

Zie boven Jer. 49:7.

Jer 49.7

75) Zo de

Dit zijn twee afgebroken redenen, in het eedzweren gebruikelijk. Zie Deut. 1:35.

De 1.35

76) geringsten van de kudde

De minste van Nebukadnezars krijgslieden. Vergelijk boven Jer. 6:3.

Jer 6.3

77) hen niet zullen nedertrekken!

Dat is, hunne vestingen ter aarde slechten. Vergelijk 2 Sam. 17:13, of, hunne lichamen langs de aarde slepen, gelijk boven Jer. 15:3, en Jer. 22:19.

2Sa 17.13 Jer 15.3 22.19

78) hun hunlieder woning

De vijand, of een ieder van hen, of indien men, enz.

79) boven hen zal verwoesten!

Gelijk men zegt dat een huis iemand boven zijn hoofd wordt afgebroken of afgebrand. Vergelijk 1 Kon. 16:18, met de aantekening. Anders, met hen.

1Ki 16.18
Copyright information for DutKant