Genesis 37:2

2) geschiedenissen.

Hebr. geboorten; dat is, hetgeen Jakob in zijn geslacht en nakomelingen wedervaren is. Zo wordt het Hebreeuwse woord somtijds genomen. Zie boven, Gen. 6:8.

Ge 6.8

3) kwaad gerucht

Dat is, wat zij kwaads mochten zeggen, of bedrijven, strekkende tot ontering van henzelven en het ganse huis.

Genesis 37:4

6) vredelijk

Hebr. tot, of ten vrede; dat is, wat uit een zachtmoedig en vreedzaam hart voortgaande tot onderhouding van liefde en vrede diende.

Genesis 37:6

Genesis 37:8

11) Zult gij dan ganselijk over ons regeren?

Of, zekerlijk. Hebr. zult, of, zoudt gij regerende regeren? en zo in het vervolg, heersende heersen, Jozefs broeders dulden dezen droom op zichzelven gelijk de Midianieten, Richt. 7:13.

Jud 7.13
Copyright information for DutKant