Genesis 4:14

28) Gij hebt

Te weten, door uw vonnis, hetwelk zo zeker en vast gaat, alsof het reeds uitgevoerd ware.

29) aardbodem,

Hebr. van het aangezicht des aardbodems.

30) ik zal voor uw aangezicht

Dit kan men verstaan van Ka‹ns uitbanning uit Gods gunst en genade, mitsgaders van het aangezicht of gezelschap zijner gemeente.

31) al wie mij vindt

Anders, al wat mij vindt.

Genesis 4:16

35) van het aangezicht des HEEREN

Zie boven vs. 14.

Ge 4.14

36) Nod,

Dit land is alzo genaamd ten aanzien van de straf, die God Ka‹n opgelegd had, vs. 12, want het Hebr.woordje, aldaar en hier gebruikt, betekent omdolende.

Ge 4.12

2 Kings 24:20

40) om den toorn

De Heere, willende de zonden des Joodsen volks straffen, heeft Zedekia den geest der ware bekering niet gegeven, maar heeft hem daartoe laten vervallen, dat hij door kwaden raad en zijn eigen moedwil meinedig is geworden en van den koning Nebukadnezar afvallig.

41) van Zijn aangezicht

Vergelijk boven, 2 Kon. 17:18.

2Ki 17.18

Jeremiah 7:15

24) Efra‹m,

Versta, de tien stammen, onder den naam van Efra‹m, als de machtigste en aanzienlijkste, dikwijls begrepen, die uit hun land naar Assyri‰ zijn weggevoerd. Zie 2 Kon. 17:6,23, en 2 Kon. 18:11.

2Ki 17.6,23 18.11

Jeremiah 52:3

Copyright information for DutKant