‏ Genesis 4:25

49) zij noemde zijn naam

Te weten, met toestemming van haar man, zoals te zien is onder hoofdstuk Gen. 5:3, waar deze naamgeving Adam toegeschreven wordt.

Ge 5.3

50) Seth:

Hebr. Scheth, dat is, Zetting.

51) zaad gezet

Dat is, een anderen zoon gegeven; alzo onder Gen. 21:13, Gen. 38:8; Matth. 22:24,25.

Ge 21.13 38.8 Mt 22.24,25

‏ Leviticus 21:17

29) zaad,

Dat is, zonen of nakomelingen, hetzij hoge- of onderpriester. Alzo onder, Lev. 21:21.

Le 21.21

30) naar hun geslachten,

Dat is, in welken tijd of eeuwen zij na u zouden mogen leven.

31) de spijze zijns Gods te offeren.

Zie boven, Lev. 3:11.

Le 3.11

‏ Leviticus 21:21

Copyright information for DutKant