Genesis 4:4

9) hun vet;

Hebr. hare vettigheden: versta hierdoor dat Habel geofferd heeft niet alleen het vet, maar ook het beste zijner kudde, en [zo het schijnt] een goed getal. Vet betekent dikwijls het beste in de Heilige Schrift, gelijk Num. 18:12 enz.

Nu 18.12

10) zag Habel

Dat is, Habels persoon en offerande waren God aangenaam van wege zijn geloof, ziende op de offerande des beloofden Messias. Zie Hebr. 11:4.

Heb 11.4

Genesis 4:20-21

40) vader dergenen,

Dat is, die eerst uitgevonden heeft het maken en het gebruik der hutten tot weiding en hoeding van het vee, gelijk het volgende woordje schijnt mede te delen.

41) vee

Het Hebr. woord betekent vee, en ook bezitting, have, goed.

42) harpen

Of, citers, Hebr. Die harp en orgel handelt. Dat is, die daarmede omgaat. Hoedanig eertijds de muziekinstrumenten geweest zijn, is onzeker, maar hier is gevolgd het gevoelen van het merendeel der geleerden.

Genesis 41:22

30) goed.

Dat is, schoon, alzo in het volgende.

Genesis 41:26

34) schone koeien

Hebr. goede; zie boven, Gen. 41:3.

Ge 41.3

35) zijn zeven jaren;

Dat is, betekenen zeven jaren; zie boven, Gen. 40:12.

Ge 40.12
Copyright information for DutKant